CXXV1II
gebracht, en de luide jubelkreten, welke bij die
gelegenheid herhaaldelijk weergalmdenbewezen dit
ten volle.
De volgende dag was de lang verwachte «Konings
verjaardag." Het weder was prachtig (eene wel te
vermelden bijzonderheid), zoodat de parade kon door
gaan en dan ook in de beste orde en met den meest
mogelijken luister afliep. Na den middag mochten
wij volgens het aloude gebruik uitgaan, en evenals de
vorige jaren verzamelde het grootste gedeelte van het
korps zich op de Sociëteit, waar voor deze feestelijke
gelegenheid ook het 1ste verblijfjaar toegang had.
Ditmaal werden wij vereerd door een bezoek van den
Generaal Van der Schrieckdie omstreeks 2 uur
verscheen. Met hem kwamen de Gouverneur en de
Eerste Officier en daarna nog tal van Officieren en
Burgerleeraren. Nadat de muziek van het 6de Regi
ment Infanterie eenige stukken ten beste had gegeven,
hield de Generaal eene toespraak, waarin hij wees op
het feestdat wij vierden en op het belang er van om
dat altijd kameraadschappelijk te gedenken. Vervolgens
sprak de Gouverneur. Met weinige woorden dankte hij
den Generaal voor diens tegenwoordigheid cn voor het
geen hij gezegd had; vervolgens richtte hij zich tot het
korps, en het behoeft niet gezegd te worden, dat
het aanstaande afscheid het onderwerp zijner toespraak
was. Nadat de president met enkele krachtige woorden
den beiden Generaals had dank gezegd voor hunne
welgemeende toesprakenstemden allen in het volkslied
en het driewerf hoezee ter eere van Z. M. onzen
geëerbiedigden Koning, waarna de plechtigheid was
afgeloopen.