CXXIX
Om half vijf was het geheele korps als naar gewoonte
vereenigd aan den feestdisch, en bracht de oudste van
het korps den gebruikelijken toost uit op het Vorsten
huis van Oranje. Onnoodig is het te vermeldendat
de kreet: «Lang leve de Koning!" ook hier luide
instemming vond. Na afloop van het diner ging
elk zijns weegs, om weder tegen acht uur present te
zijn in het gebouw van Concordia, waar voor het eerst
een «Cadettenfeest" zou gegeven worden. Dat de
verwachtingen groot warengetuigt de schier al te
talrijke opkomst van het geëerde Bredasche publiek.
Voor de bijzonderheden van het feest verwijzen wij
naar het programma. Dat het naar wensch geslaagd
was bleek genoegzaam uit de verslagen in verschilende
bladen. Wij wenschen hierover niet verder uit te weiden
doch brengen dei- commissie alleen den dank van het
korps voor den ijver en de volharding waarmede zij
hare moeilijke taak op zoo schitterende wijze volbracht.
Dat het volgende feest een even groot succes moge
hebben, zal zeker ieder met ons medewenschen.
Nog eenigen tijd werden wij in de onzekerheid
gelaten omtrent het al of niet blijven van den Gou
verneur. Den 7den Maart eindelijk werd ons de order
voorgelezen dat Z.H.Ed.Gestr. benoemd was tot In
specteur van het Militair Onderwijs, doch voorloopig
zijne function als Gouverneur zou blijven waarnemen.
Eenige dagen later, den 13den Maart, werd «de
kamporder" bekend, die steeds beschouwd kan worden
als een voorbode van het naderend einde van den
cursus. Als kamp-commandant zou dit jaar de kapitein
Roelants optredenin plaats van den op den 19den Maart
9