t
J
CXXXI1
lijke woorden het bestuur had overgedragen, richtte
hij zich nog tot het Cadettenkorpsen besloot zijne
rede met de gedenkwaardige woorden tot de meesten
uwer zeg ik, ga zoo voort; tot enkelen, neem hen
tot voorbeeld."
Den volgenden dag kwam de benoeming van den
Kapitein Krantz tot Majoor en zijne definitieve aan
stelling tot Eersten Officier.
Den 4den Mei dient nog vermeld te worden als de
datum van het eervol ontslag van den cadet A. J. Gijsberti
Hodenpijl, van het wapen der Art. h. t. 1.1ste studie
jaar, die wegens ziekte onze gelederen moest verlaten.
Intusschen was de examentijd genaderd, en de eet
zaal, de amusementzaal en de leerzalen werden eiken
dag meer in even zoovele studeervertrekken of liever
»vosholen" herschapen. Nog eenige weken en de voor
stelling aan de commissie van inspectie had plaats,
waarop de examens voor het 4de jaar en weldra ook
die voor het 3de jaar begonnen. Den examentijd kunnen
wij met stilzwijgen voorbijgaan. Genoeg zij het te
zeggendat de uitslag voor het 4de jaar zonder uit
zondering gunstig mocht zijnterwijl van het 3de jaar
één cadet nogmaals de studiën van zijn jaar moest
volgen en verscheidene anderen in één of meer vakken
her-examen kregen.
Den lOden -Juni werd gevolg gegeven aan het voor
nemen van het korps, om aan zijn oud-Gouverneur
een souvenir aan te bieden. Des namiddags vereenigden
zich de cadets op de amusementzaalwaar ook spoedig
de Generaalde Gouverneur en nog eenige Officieren
verschenen. De oudste van het korps bood het album