15 «Nog al, en jij Terlaloe" «Yoeg er kaq sekali aan toe," zegt de ander op een toon, die Jan wel eenigszins een kleur doet krijgen. Hij houdt zich intusschen alsof hij niets hoort en begint met al de kracht, die in hem is, het gezang te ondersteunendat reeds sinds eenigen tijd in de colonne weergalmt. Een marsch zonder gezang toch is gewoon niet denkbaar. Vooral dezen middag, nu de geheele gemeente zoo opgewekt is ontbreekt het niet aan liederen. De Hollandsche «Loreley" heeft de rij geopend. Het «vroeger waren 't betere tijden" had namelijk geene instemming gevondenwaarop de voorzanger van de voorste sectie was begonnen uit te galmen «dat hij zich niet kon begrijpen", enz. Achtereenvolgens vielen alle sectiën inen toen men genaderd was tot het critieke oogenblik dat De golven maakten een flater, Dat de jong'ling viel in 't water En hij schreeuwde als een kater was men van het hoofd tot den staart om het hardst bezig het voorbeeld van den jongeling, voor zoover zijne laatste bezigheid betrof, te volgen. Op de «Loreley" volgden tal van liederen, maar van harmonie is weldra weinig meer te bespeuren. Hier hoort men dit, daar dat. «Silberstein" wordt gemoeid: «Mijnheer André" uitgesist. «Julia" daaren tegen vindt genade. In de voorste sectiën wordt een hevige strijd gevoerd tusschen «Marianine" en «the Spanish dona", en C

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1886 | | pagina 157