55 Maar de stem van zijn geweten spreekt anders: «Vergeld geen kwaad met kwaad, Herman; hij was uw vriend, niettegenstaande al zijn verkeerdheden zult gij misschien nog van hem houden; red hem, en hij zal u dankbaar zijn en een beter mensch worden." De goede geest behaalt de overwinning in zijn binnenste. Hij trekt eenige bovenkleeren uit en springt in de rivier. Weldra heeft hij de plaats bereikt, waar de drenkeling reeds voor de tweede maal zinkt. Hij duikt en grijpt hem vast, terwijl hij met zijn last den oever tracht te bereiken. Doch de stroom is hevig en de last zwaar; de krachten van beiden zijn uitgeput; wanhopig grijpt de drenkeling zijn redder aandie daardoor bijna verhinderd wordt voort te zwemmen. Hj roept om hulpmaar niemand is in den laten avond daar om die te verleenende ongelukkigen kunnen den oever niet meer bereiken beiden moeten den dood vinden in de golven. Zij kunnen zich niet meer boven water houden krampachtig klampen zij zich aan elkander vast; de woorden «vergeving" en «zij is u geschonken" sterven weg over de watervlakte, en de golven sluiten zich boven de hoofden der beide mannen. Flip.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1886 | | pagina 197