62
bewapend, kan het niet alleen het dal der Marne,
maar ook de zich noordwaarts uitstrekkende vlakte
bestrijken, door welke de weg naar Metz loopt.
De Marne was dus een niet onbelangrijke terrein
hindernis. Reeds den 26sten November kwam het
bericht bij het hoofdkwartier in Gisteren hebben de
voorposten den vijand bezig gezien met toebereidselen
tot het slaan van bruggen." Het bericht werd toen
nog niet geloofd, waarschijnlijk zal het dan ook wel
wat te voorbarig geweest zijn, want de overtocht had
eerst den 30sten November plaats door
het 1ste korps bij Joinville;
de divisie Berthaut bij Poulangis;
de divisie Maussion beneden Nogent;
het 3de korps met de cavalerie bleef aan den
rechteroever.
De divisie Susbielle bivouakeerde den 29sten November
dicht bij Créteil, zoodat zij den volgenden dag naar
het plateau van Montnesly zou kunnen rukken, ge
holpen door de troependie in Maisons-Alfort en
Créteil waren.
Aan de overzijde van de Marne gekomen zou het
lste korps rechts en links van den weg Joinville-
Ghampigny opmarcheerenmet de divisie-artillerie tus-
schen de twee brigades in. De korps-artillerie reserve
zou links van den weg volgen.
Dit lste korps was voor Champigny bestemd en
zou na de inname van dit dorp zich met alle macht
tegen Chennevières en het park van Coeuilly wenden.
De divisiën Berthaut en Maussion zouden zich voor-
loopig achter de hofsteden Poulangis en Tremblay
opstellen. Zij hadden de volgende opdracht: