73
Des morgens komt de luitenant
En kijkt of iedereen,
Die met «reveille" op moet staan,
Uit bed is, ja dan neen.
Maar vlug roept de sergeant der week
«Komt ze an." Met veel geraas
Springt haastig ieder uit zijn bed
De luitenant «eet haas."
'k Had met een vriend te zaam «gevost
In den examentijd,
En dacht als hij «'t zal wel gaan,"
Bij onze noeste vlijt.
Fortuna «dokte" me echter niet,
Zoo min als vriend Van Gaas
We werden beiden as)unptoot
Dat was «massieve haas."
Wie thans dit woord nog niet begrijpt
Uit de academietaal,
Ilij brenge mij slechts een bezoek
In de receptiezaal.
Zoo hij dan na het eten komt,
Doe 'k nog een heel relaas,
Maar komt hij over zevenen,
Dan is het zeker «haas!"
Flip.