t v J 92 alles, wat ik onderneem of wensch tot verwezenlijking of vervulling komt. Alles loopt mij dien dag mede en 't schijnt mij toe, alsof daarop een goede engel het licht heeft gezien en mij thans met haren vriende lijken invloed omzweeft." »En welke datum is dat?" vroeg Marie mij. Ik keek haar vlak in de oogen en antwoordde haar op zachten toon: «Veertien Mei, freule." Ik zag een glimlach op het lieve gezichtje te voor schijn komen en daarop werd het kopje wat ter zijde gewend, zoodat ik in de onmogelijkheid was haar nogmaals aan te zien. «Weet u echter wat mij spijt," vervolgde ik, «dat ik geen afbeelding van mijn goede heilige heb, anders richtte ik bepaald voor die goede genius een klein altaar op. Nu heeft Camilla (dit was de naam van mijn jongste nichtje) een portretje van mijn heilige. Wanneer ik nu hiervan maar een kopie mocht nemendan was ik geholpen en mijn altaar zou dadelijk verrijzen. Mag ik er soms een kopie van nemen freule? Als u het mij toestaat ben ik de gelukkigste aller stervelingen." »U schijnt dus veel aan portret-schetsen te doen?" zeide Marie, zonder mijn vraag te beantwoorden. «Och neen, freule, ik ben een leek in het teekenen, maar tóch zou ik wel een heel goed gelijkende kopie van de beeltenis mijner beschermheilige kunnen krijgen. Nogmaals, freule, staat u mij toe, dat ik mijn altaar opricht?" «Als ge kunt, ja!" antwoordde Marie lachende. «Als ge kunt!" De kleine heks wist niet, dat ik

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1886 | | pagina 236