109
Een andermaal moest ik liaar den Cadetten-Almanak
uitleggenmet zijne vele voor den leek ondoordringbare
geheimen.
Vooral de bijnamen wekten vaak haren lachlust op
en schalks vroeg zij mij of niet velen der eigenaars
slechts in phantasie der cadetten bestonden.
Wat vlogen echter die dagen om!
In een minimum van tijd zaten wij allen weder in
onze groote woning met een gevoel als hadden wij
haar nooit verlaten.
De winter snelde voorbij endra stond de
examentijd met zijne vele, onbegrijpelijke en eigen
aardige bekoorlijkheden voor ons. Hoe, weet ik niet,
maar ik bracht het er goed af, en geheel B. zag in
het verlof vol bewondering naar het zilver mijner
fouragères op. Het was in dien tijd, dat ik kennis
maakte met Henri van Ralendie zich op de B.sche
secretarie voor het ambt van burgervader zocht te
bekwamen. Zijn aangenaam en onderhoudend gezelschap
droeg er veel toe bij om ons het stille buitenleven te
veraangenamen. Spoedig bracht ik hem op de hoogte
van alles wat de Academie betrof, en binnen zeer
korten tijd sprak hij van maffen en van haas, als
ware hij een geboren bewoner van het grijze Kilacadmon.
Doch als een droom vlogen die heerlijke dagen om,
en spoedig was de tijd daar, dat ik nog slechts kon
denken aan die heerlijke tooneelen te B.maar die
gedachten hielden mij toch op aangename wijze bezig.
Meer en meer viel mij nu in de brieven van Marie
op, met welk een vuur zij mij alle voorvallen mede
deelde, bij welke Henri van Ralen tegenwoordig was