112 Toch, getrouw aan mijne beloften, zond ik Marie proeven van de dichterlijke en teekentalenten van de nieuw aangekomenen. Ook overstelpte ik haar met declaraties, in welke de meest warme gevoelens voor de onbekende schoone werden uitgesproken. 0, had ik die taak eens op mij mogen nemen, slechts voor een enkelen keer. De gezonden verzen bezorgden haar echter veel genoegen. En inderdaad, die poëzie, waarin hare goudblonde lokken als ravenzwart en hare diepe donker blauwe oogen als schitterende donkere sterren aan een onbewolkten hemel werden bezongenwas wel geschikt om de vroolijkheid van het levenslustige jonge meisje op te wekken. Doch hoe kon een onbekende dat aanvallig schoon genoeg op prijs stellen? Hoe kon een oningewijde de diepe beteekenis vatten, die in één blik harer oogen lag opgesloten En ik dacht aan een schoonen zomeravond in het verlof, toen bij het zilveren licht der maan de onbe stemde omtrekken van onze omgeving zich op den duisteren horizon afteekenden en het beekje zoo zacht en toch zoo klaar murmelde van eeuwige, onverander lijke liefde. Beiden onder den indruk der schoone natuurtooneelenbewonderden wij zwijgend. Doch eindelijk de stilte verbrekend, wendde ik mij tot mijn nichtje: Marie, zeide ik, hoe onvergelijkelijk schoon is hetgeen zich aan ons oog voordoet, en toch bewon deren wij slechts een oneindig klein gedeelte van al die pracht, die zich in de Schepping voordoet, doch die wij niet kennen en niet kunnen begrijpen."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1886 | | pagina 256