Idem.
131
Cadetten -principe.
Ja de onschuld, jongeling,
Dat is een heerlijk ding.
Haas.
Hoe heb ik schier in alle straten
Mijn achtbaar hoofd half gek gezocht.
Idem.
1de m.
Zij zeit eenvoudig: »Neê!"
Idem.
Na de politiekamer.
Waartoe mij al die bijzonderheden nog eens voor
den geest gehaald'?
F. Haverschmidt.
De eerste Zondag.
Zeg vrienddan weet je zeker welwaar je hier
in de buurt 'n spatje kunt krijgen.
Justus van Maurik.
s