LXXXIX 5. De benoeming tot alle plaatsen van Groot- Kruisen Kommandeurs en Ridders zal door Ons geschieden. 6. Het versiersel der orde zal bestaan in een wit geëmailleerd kruis met acht gouden geparelde punten. Op de armen van het kruis de woordenvoor Moed Beleid, Trouw. Over hetzelve ligt het Bourgondische kruis, bestaande uit groene laurierstokkenzaain ver bonden door den gouden vuurslagop de tegenzijde vervangen door een blaauw geëmailleerd medaillon waarop in het midden van eene laurierkrans W, alles gedekt door eene gouden koninklijke kroon. Het lint oranje met twee smalle donker blaauwe strepen. 7. Het teeken van onderscheiding zal zijn Voor de Groot-Kruisen Eene zilveren ster, geborduurd op den rok aan de linkerzijde en het juweel van de orde aan een lint, vier vingeren breed, en écharpe van de regter- naar de linkerzijde. Vóór de Kommandeurs Het ordens-teeken geborduurd op den rok aan de linkerzijde, zonder ster, doch met de kroon, en het j-uweel aan een lint, drie vingeren breed en sautoir om den hals. Voor de Ridders van de derde klasse Het ordens-teeken aan een linttwee vingeren breed aan het knoopsgat; en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1886 | | pagina 95