J
cxyi
b. I. in het jaar van toelating of in het daaraan
onmiddellijk voorafgaandein het bezit is gekomen
van het getuigschrift voor het goed afgelegde
eindexamen eener Hoogere Burgerschool met vijf
jarigen cursus, of wel voor het met goeden uitslag
volbrachte examen A, bedoeld bij art. 59 der
Wet op het Middelbaar Onderwijsen daarbij
tevens het bewijs kan overleggen een voldoend
eindexamen te hebben afgelegd in de vakken,
bedoeld sub a en b van art. 47 der even-
genoemde Wet
b. II. in het jaar van toelating of in het daaraan
onmiddellijk voorafgaande in het bezit is gekomen
van het diploma voor technoloog, voor civiel-,
bouwkundig-, scheepsbouwkundig- of mijnen-
ingenieurof van het getuigschrift voor afgelegd
examen B, bedoeld bij art. 66 der meergenoemde
Wet;
c. vóór het tijdstipdoor den Minister van Oorlog
te bepalenen onder overlegging der zoo even
vermelde en verdere door dien Minister aan te
wijzen bescheiden, zich bij hem heeft aangemeld;
d. door eene Commissie, bestaande uit drie militaire
geneeskundigendoor Onzen Minister van Oorlog
te benoemen voor den dienst bij het Wapen
der Artillerie geschikt is bevonden.
In het geval evenwel, dat het aantal adspi-
ranten, die aan de hierboven gestelde eischen
voldoenhet getal opengestelde plaatsen overtreft
zal een vergelijkend examen worden gehouden.