CXXI Zijn werkkring en zijne bevoegdheid, alsmede de inwendige regeling van den cursus, worden door den Minister van Oorlog bepaald. Art. 15. In geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buiten gewone omstandighedenkunnen de werkzaamheden van den Artillerie-cursus door den Minister van Oorlog worden geschorst en kan over het daaraan verbonden militaire personeel, alsmede over de volontairs, in het belang van 's Lands dienst worden beschikt. Art. 16. De Artillerie-cursus staat onder de onmiddellijke bevelen van den Inspecteur van het Militair Onderwijs. Art. 17. Het toelatingsexamen, bedoeld bij de artt. 5 en 6, zal, zoo noodig, voor de eerste maal in September 1884- worden gehouden. Mij bekend: De Minister van Oorlog, WEITZEL.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 127