*1 CXXVIII Art. 13. Hij geeft zelf onderricht in één of meer vakken en overtuigt zich, dat het onderwijzend personeel zoo officieren als burgerleeraren zijne verplichtingen nakomt. Voorgelicht door de betrokken leerarenzorgt hij dat de hulpmiddelen voor het onderwijs aan de eischen voldoen. Hij doet dienaangaande de noodige voorstellen aan den Inspecteur van het Militair Onderwijs. De voordrachten betreffende de wijzigingzoowel van militaire als burgerlijke onderwijzers, worden door den Directeur aan den Inspecteur van het Militair Onderwijs ingediend en door dezen aan de beslissing des Ministers onderworpen. Omtrent de militaire onderwijzers wordt door ge noemden Inspecteur het advies gevraagd van den Inspecteur van het Wapen, waartoe de voorgedragene behoorten dit advies bij de voordracht aan den Minister overgelegd. Met de burgerleeraren wordt, na machtiging van den Minister van Oorlog, een contract aangegaan tot het geven van het noodige onderwijs. Art. 14. b. Onderwijzend personeel. Art. 15. J

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 134