L CXLIV Art. 31. De volontairs worden, in geval van ziekte, in de ziekeninrichting opgenomen en daarinzoo mogelijk afzonderlijk verpleegd. Aan ouders of voogden van volontairs wordt vrijge laten hunne zonen of pupillendie in de ziekeninrich ting zijn opgenomenin de gevallen waarin zulks mogelijk is, en op hunne kosten, ten hunne huize te doen verplegen. Zij doen indien zij dit wenschen hiertoe het verzoek aan den Chef dier Inrichting. Deze stelt, zooveel mogelijk in overeenstemming met den wensch van ouders of voogden, de vereischte orde op het vervoer van den zieke. Art. 32. Bij overlijden van een volontair wordt aan de be trekkingen van den overledene vrijgelaten, in overleg met den Chef der Ziekeninrichtingover het lijk of de begrafenis te beschikken. Art. 33. In de cantine-zaal van den Artillerie-cursus wordt aan de volontairs gelegenheid tot uitspanning gegeven. Alle hazardspelen zijn streng verboden. Art. 34. Aan de volontairs kan worden vergund in hunnen vrijen tijd voor eigen rekening les te nemen in de muziek. WEITZEL.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 150