f1 CLXI Art. 10. Zoodra zij zijn afgeëxerceerd zullen zijin den regel aan alle compagnies- en bataljons-oefeningen deel nemen. In de urenniet aan practische diensten gewijd zullen zij van den luitenant in art. 7 bedoeld, onder richt ontvangen in al datgenewaarvan de kennis voor den korporaal en den onderofficier der Infanterie noodzakelijk is. Ten einde zich practisc.h op de hoogte te kunnen stellen van den wachtdienstzullen de volontairszoodra zij zijn afgeëxerceerd, enkele malen op wacht trekken, en wel van Zaterdag op Zondag of van Zondag op Maandag. In het laatst van Januari zal aan de volontairs ge legenheid worden gegeven het examen voor korporaal af te leggen, ten overstaan eener commissie, bestaande uit: den compagnies-commandant, den speciaal met hunne opleiding belasten luitenant en een der overige officieren der compagnie, waarbij zij zijn ingedeeld. Wanneer zij in dat examen niet slagen, zal hun, telkens met eene maand tusschenruimte, daartoe op nieuw de gelegenheid worden gegeven. Art. 11. Art. 12. Art. 13. 11

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 167