CLXIV
Art. 20.
De volontairs wordenin geval van ziektein de
ziekeninrichting opgenomen en daarin, zoo mogelijk,
afzonderlijk verpleegd.
Aan ouders of voogden van volontairs wordt vrijge
laten hunne zonen of pupillen, die in de ziekeninrich
ting zijn opgenomenin de gevallen waarin zulks mogelijk
is, en op hunne kosten, ten hunne huize te doen
verplegen. Zij doen indien zij dit wenschen
hiertoe het verzoek aan den Chef dier Inrichting.
Deze stelt, zooveel mogelijk in overeenstemming met
den wensch van ouders of voogdende vereischte orde
op het vervoer van den zieke.
Art. 21.
Bij overlijden van een volontair wordt aan de be
trekkingen van den overledene vrijgelaten, in overleg
met den Chef der Ziekeninrichting, over het lijk te be
schikken of de begrafenis te regelen.
Art. 22.
In de Cantine der Militaire School wordt aan de
volontairs gelegenheid gegeven tot uitspanning.
II. Met betrekking tot (le Militaire School.
1.
Toelating, verwijdering en ontslag.
Art. 1.
De volontairs worden, na den voorbereidenden practi-
schen cursus te hebben doorloopen, jaarlijks op 1 October,