CLXV zonder nader examentot de lessen van de Militaire School toegelaten. Zij zullen evenwel, in verband met het bepaalde sub I1art. 6 bden graad van onderofficier moeten hebben verworven. Art. 2. Het leerjaar neemt voor de beide studiejaren der Militaire School op 1 October een aanvang. Art. 3. Indien een volontair, onverschillig om welke reden, ontheffing van zijne dienstverbintenis verlangt, zal deze hem kunnen worden verleend. Ouders of voorden zullen evenwel de door den Staat ten zijnen aanzien gemaakte kostentot een door den Minister van Oorlog te bepalen bedrag, moeten terugbetalen, indien de ontheffing niet is gevraagd wegens lichaams- of ziels gebreken, die den volontair ongeschikt maken voor den militairen dienst. Art. ht. Een volontair wordt van de Militaire School ver wijderd en bij een der korpsen Infanterie overgeplaatst, wanneer hij a. zich aanhoudend slecht gedraagt; b. na twee jaren in het eerste of tweede studiejaar te hebben doorgebracht, niet met voldoenden uitslag het overgangs- of eindexamen aflegt, en de uitzonde ring voor dit geval bepaald in art. 3 van het Voorschrift

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 171