CLXXIII
van versterkingskunst. (De daarin verkregen bedre
venheid zal op het eindexamendoor overlegging van
dergelijke teekeningenwaarvan de echtheid door den
betrokken leeraar is gewaarmerkt, moeten blijken.)
k. Dienstcorrespondentie.
I. Militaire Wetten en Voorschriften van algemeenen
aard.
Wet op de bevordering, het ontslag en het op
pensioen stellen van officieren der Landmachtbenevens
de Wet tot regeling der pensioenen bij de Landmacht.
Wet op de inkwartiering. Bekendheid met de voor
naamste bepalingen der wetten op de militie en de
schutterijen. Marsch- en transportdienst. Regeling
van het militair vervoer over de spoorwegen. Herhaling
van het behandelde in het eerste studiejaar..
m. Dienst- en exercitie-reglementen.
Herhaling van het behandelde in het eerste studie
jaar, met uitzondering van het Voorschrift op den
pionierarbeid der Infanterie. Linieschool. Leidraad bij
de scherm oefeningen.
n. Militaire administratie.
Bekendheid met de wijze., waarop de administratie
moet gevoerd worden bij compagnieën en bij detache
menten benevens de voorschriften omtrent kleeding en
voeding. Bekendheid met de voorschriften betreffende
het vervoer van detachementen en van miliciensbij op
komst onder de wapenen en bij vertrek met groot verlof.
o. Exerceeren, schijfschieten en velddienstoefeningen.
p. Gymnastiek en schermen.