CXCVIII
het woord: «eindelijk." Menigeen, die met angstig
gezicht en met de handen in het haar den eigen-
oefeningtijd gevost had zette zich vroolijk lachend
neer om de 1ste vraag op te schrijven. En allen, die
den examentijd reeds minstens eenmaal meegemaakt
hebben, zullen deze schijnbare tegenstrijdigheid begrij
pen niet waar
Niets pijnigt, vermoeit ons meer dan de vraag, over
langdurig wachten op onze lippen gebracht: «Wat
zullen we krijgen?" terwijl op het examen zelf de
gedachte: «Kom! ik heb gehengst, en zal er wel
komen!" meer dan drie weken eigen oefening heeft.
De «gezelligheid" van den examentijd is reeds te dik
wijls geprezen en omschrevendan dat wij er op
terug zouden komen. Laat ons dus eenvoudig bea
men, wat vroegere verslaggevers reeds goeds van die
«gezelligheid" meedeelden.
We wenschen niet in détails over den kamptijd uit
te wijden; die kamptijd van 1886 zal ieder, die toen
de cadetten-uniform droegzeker heugenEn de cadet
ten die in dat jaar in het 1ste of 2de studiejaar zaten,
zullen zich herinneren hoe zij bij den terugkeer van
de infanterie uit het kamponwillekeurig huiverden
en meenden de trommen met rouwfloers omkleed te
zien.
Den lsten Juli betrok de artillerie het kamp te
Oldebroek. 's Avonds aangekomen om den volgenden
morgen eerst met den trein te vertrekkenwaren wij
nog ruimschoots in de gelegenheid van elkaar afscheid
te nemen.
Den 7den Juli vernamen wij dat de cadetten-korpo-