J
CCI
eervol ontslag verleendterwijl de cadet J. G. van Lin
den Tol overgeplaatst werd van het wapen der artil
lerie bij dat der infanterie hier te lande.
Reeds voor we naar Breda terugkeerden hadden we
vernomen, dat onze Gouverneur zijne betrekking als
zoodanig zoude neerleggen. Onder de eindeloos lange
reeks van orders, die ons den 6den September werden
voorgelezenwas er ééndie ons meedeeldedat de
Kolonel Berends geen Gouverneur meer was, en dat
in Z.H.E.Gestr's plaats de Kolonel van den Generalen
Staf Baron Taets van Amerongen was benoemd.
Dat het ons speet den Gouverneur, dien wij in den
korten tijd, gedurende welken hij aan het hoofd van
onze Academie stond, om zijne humaniteit, zijn recht
vaardigheidsgevoel hadden leeren liefhebben en hoog
achten eerbiedigen om de strengheidde kracht waarmee
hij ieder vergrijp wist te straffen, te moeten missen,
behoeft nauwlijks gezegd te worden.
Daar het den Kolonel Berends onmogelijk was per
soonlijk van ons afscheid te nemen, riep hij ons schrif
telijk een vaarwel toeen zijne laatste woorden bevatten
heilwenschen voor het cadettenkorpswelks belangen
hem zoo nauw aan het harte hadden gelegen.
De Majoor Eerste-Officier Krantz, die tijdelijk het
bestuur op zich genomen had, droeg den 6den Sep
tember dit beheer over aan den nieuw-benoemden
Gouverneur.
Den avond van den 6den September was het
cadettenkorps weder voltallig. De nieuw-benoemde
cadetsof begrijpelijker gezegd de barenwaren bij het
avondappèl tegenwoordig. Het behoeft geen betoog
r