J CCII dat we onze juist gearriveerde collega's met open armen ontvingen. Den 15den September herdacht de adjudant-onder- officier-concierge Falkama den dag waarop hij vóór 36 jaren in 's Lands dienst was getreden. Het cadetten- corps trad op het. buitenplein in groote tenue aanten einde bij de uitreiking van de gouden medalje tegen woordig te zijn. Den lOden October wachtte den cadetten eene plech tigheid op de Soos. In een eenvoudigen vorm ontving één der oprichters van onze cadetten-societeitde 1ste luitenant der infanterie P. P. G. Collette, een ondub belzinnig blijk van waardeering. Namens het korps bood de president van de Soos dien officier het eere lidmaatschap van genoemde Vereeniging aanwat door den luitenant Collette volgaarne werd aanvaard. Met weinige woorden schetste ZijnWelEdel.Gestr. de moeilijkhedenwaarmede de oprichters te kampen haddenom dan de veerkracht te prijzenwaarvan het korpsdoor de instandhouding van de eenmaal op gerichte instelling, blijken gegeven had. Oprichten ging, volgens de opinie van ons geacht eerelid, met niet veel meer bezwaren gepaard, dan het instand houden van het eenmaal opgerichteenwaardeerden de cadetten in hem hetgeen hij gedaan had ten einde eene sociëteit tot stand te brengen, van zijn kant moest hij het ten zeerste in de cadetten op prijs stellendat zij reeds gedurende jaren die Soos in stand gehouden hadden. En wanneer ZijnWelEdel-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 208