J
CCVIIi
oorverdoovend hard, zooals die welke het blaasorkest
produceert, zoo bracht het kleine aantal der muzikan
ten een aanwinst in plaatsruimte met zich.
Den 7den November werd de Najaarskermis geopend
die als altijd eene week zou duren.
Den hoogsten drie studiejaren werd dezelfde bijzon
dere vergunning tot uitgaan verleend als vroegere
jaren.
Een wandelingetje over de kermis zelf zouden we
dolgaarne met den lezer dunnetjes overdoen, doch we
vreezen dat het ons te ver zou voeren. Stippen we
dus slechts aan, dat in «Concordia", in «de Beurs",
in «Ons Genoegen" en in de Veertien herstel! in
«het Hof" café-concert's gegeven werden; dat Van
Lier zijne oude standplaats op het Kasteelplein weder
ingenomen haddat de Parijsche wafelkraam nu
ja! ieder weet op zijn duimpje te zeggen, op welk
plekje gronds die kraam stond; al weet ieder niet
meer hoevéél wafelen hij er uit Alexandrinische handen
al zoo ontving. Verder constateeren wijdat Gonsael
met veel succes zijn groc-américain debiteerde waar
lijk, lezer, indien we een wandelingetje over de kermis
gemaakt hadden, zou ik u, alvorens naar honk terug
te keerenop een glaasje groc-américain gefuift hebben
indien ge ten minste niet tot het 1ste of 2de studiejaar
behoortdatzooals we wetenniet bij Consael mag
verschijnen.
Maar hiermede spreken we het basta! in zake de
kermis, uit; om tot de weinige punten, die we nog
hebben te bespreken, over te gajin. De lezer houde
het ons ten goede, indien het laatste gedeelte van het
r