10
of holle klanken voor ons over had, maar mèt ons
gevoelde, mèt ons leed.
En nu? alles is voorbij voorbij voor altijd.
Toch, Ernest! al is het eigenaardige woelige leven,
dat den officier wacht, wel geschikt om vele onzer
herinneringen als in een maalstroom te doen verloren
gaan nimmer zullen wij u vergetensteeds zal
uwe nagedachtenis bij ons in eere blijven; steeds
zullen wij uw beeld de plaats in ons harte geven,
waarop het zoo ten volle aanspraak mag maken.
Hebben de oogenblikken helaas! slechts weinige
in aantal met u doorgebracht, ons geleerd den
waren vriend naar waarde te schattenzoo willen wij
uwe nagedachtenisuw dierbaar beeld met den heiligen
eerbied voor eene reliquie, in ons innigst binnenste
bewaren.
En waar gij ons uwe begrippen omtrent toestanden of
onderwerpen hebt meegedeeld, zullen wij die theorieën
huldigen, omdat gij ze ons gaaft ze ons naliet,
omdat wij overtuigd zijn, dat uw helder oordeel die
begrippen eerst aan uw rechtschapen gevoel toetste
omdat ze uit uw eerlijk trouw harte kwamen.
Yele pijnlijke indrukken zullen ons wellicht in het
toekomstig leven wachten geen indruk echter zal
in staat zijn de herinneringen van de aandoeningen,
bij uwe geopende groeve ondervonden, uit te wisschen.
En wanneer in later jaren uwe Academievrienden
weer vereenigd bij uw graf staanen zij het opschrift
lezen van de kransen, door uwe oud-kameraden daar
nedergelegddan zullen de aandoeningendie hen den
5den April overweldigden, in hun hart terugkeeren,