18 1 Van geboorte Franschman, maakte hij op jeugdigen leeftijd onder Frankrijks laatsten Keizer den tocht naar Sebastopol mede; daar ontving hij de eerste wonde en de eerste decoratie. Bij den tocht naar Italië vervolgde hij op waardige wijze het eenmaal betreden pad. Het eereteeken van Magenta en Solferino, waar mee zijn borst versierd werd, is daarvan het meest sprekend bewijs. Hoe 't verder met hem in Frankrijks dienst gegaan is, kan ik niet met zekerheid zeggen. Zeker is het, dat hij niet lang daarna in Nederlandschen dienst overging en naar ïndië vertrok. Bij zijne aankomst verwekte hij bepaald opziendie fiere houdingdie kleine forsche gestalte, die open blik trokken ieders aandacht. Het duurde dan ook niet langof alle officieren van het garnizoen kenden Mainchiska. Daar kwam plotseling de tijding van het uitbreken van den Atjeh-oorlog, en de eerste expeditie onder generaal Kohier werd uitgerust. Hoe gelukkig was Mainchiska, toen hij vernam, dat ook hij dien veld tocht zou medemaken. Hoe de expeditie afliep is bekend; treurig voor den opperbevelhebbertreurig ook voor de soldaten immers met den edelen Kohier verging tevens zoo menige krijgmans-illusie. De dood van den braven aanvoerder bracht eene algemeene verslagenheid te weeg. Eene ernstige plooi verscheen op Mainchiska's trouw gelaat, wanneer hij van dien noodlottigen tocht ver haalde. De warmte zijner woordende taal zijner oogen, waren de schoonste bewijzen van ongekunstelde liefdevan diepen eerbied voor den generaal. r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 236