f-
23
Te Buitenzorg zou hij beproeven zijne gezondheid
te herstellen.
Mainchiska ging meê, natuurlijk, immers hij kon
niet van »son général" gescheiden worden.
Toch zou dat maar al te spoedig geschieden. Mijn
vader zou naar Nederland vertrekken en Mainchiska
moest achterblijven.
Welk een diepen indruk die tijding op hem maakte
behoeft niet vermeld te worden. Allengs verdween
de vriendelijke glans zijner oogen, zijne stem deed zich
minder en minder hooren, en uren achtereen kon hij
in gedachten verzonken door zijne kamer heen en weer
loopen.
Het uur van vertrek was aangebroken. Mainchiska
stond naast het rijtuig, bleek, in de positie, geen lid
verroerendden doffen blik naar den grond gericht.
»Une prière, mon général", sprak hij eindelijk, na
hem stilzwijgend de hand gedrukt te hebben, «quand
les trois ans de service, que j'ai encore a passer, se
seront écoulésme sera-t-il permis de vous rejoindre
en Hollande?"
Een handdruk was het eenige antwoord, en bij dien
handdruk brandde er iets in 't oog der twee mannen
iets, wat ze voor elkaar niet wilden weten.
De zweep werd over de paarden gelegd en voort
rolde het rijtuig, personen van elkaar scheidend, die
lief en leed met elkaar gedeeld haddenzooals dat
slechts in den oorlog plaats kan hebben.
Gedurende mijn verblijf te Buitenzorg leerde ik
Mainchiska kennenveel had hij met mij open ik van
mijn kant was den Koning te rijk, als ik, op zijne