f
j
40
liggen. Maar het was niet alleen de krib, die mama
tegenstondook de onbekleede vloerde primitieve
waschtafelde gele kastkortom het geheele ameuble
ment moest het ontgelden. Eindelijk losten zich al
hare klachten op in eene enkele zucht: »0ch, Jan!
was je maar liever bij je moetje gebleven." Jan scheen
neiging te gevoelen zijne mama in hare hartroerende
ontboezeming gelijk te geven; maar op strengen toon
bracht nu Mijnheerdie wellicht op mijn weinig stalen
gezicht eene eenigszins spottende uitdrukking bemerkte
in het middendat het toch werkelijk zóó erg niet
was en dat bovendien een goed soldaat zich in alles
moest weten te schikken.
Mevrouw hield zich dan ook voor een oogenblikje
stil; maar de bom barste weer los, toen ze, bij het
openen der kleederkast, een stuk ondergoed in handen
kreeg. In het eerst, dat zag ik duidelijk, stond ze
in dubio of het een steenkolenzakeen dweil of wel
werkelijk eene «première" was. En dan wat eene
wijdte! «Foei, neen", zoo klaagde zij op smartelijken
toon, «Jan zal het nooit meer zoo hebben als bij mij."
Inmiddels had Jan zich in de uniform gestokenen
bepaaldde blinkende knoopen maakten bij mama
weer veel goed. Haars ondanks bekoorde haar het
denkbeeld, dien dag met een «militair" door Breda
te zullen wandelen. De glimlach keerde op haar gelaat
terug, toen ze daar zoo haar zoon, den eersten
Hagel die «in dienst" ging, voor zich zag staan.
Wel mocht zij trotsch op hem zijn
Zoo was, toen wij de slaapzalen verlieten, hare
booze luim, om zoo te zeggen, geheel verdwenen.