41
Midden op de trap echter scheen zij eensklaps weder
eene aanvechting te krijgen.
Zeg, Jantje, ik heb straks in die kapdoos geen
tanden- en nagelschuier gezien; de cadetten schijnen
die dingen niet te krijgen. Ook tandpoeder heb ik
nergens kunnen bespeurenof zou er in dat grijze
kruikje soms tandpoeder zitten? We zullen voor de
zekerheid die zaken vandaag maar koopen."
»Ja, maar, moe! u hebthebt nog ietsiets
vergeten", klonk het bedeesd uit Jans mond.
Wat dan, beste jongen?"
Wel, een oorpeutertje was er ook niet bij."
«Dat is waar ook! Hoe dom, dat ik daaraan niet
dacht," en tegelijkertijd maakte het hartelijke mensch
mines om haren zoon een kus op 't voorhoofd te geven
welke gevaarlijke manoeuvre echter nog bijtijds voor
komen werd door papadie eensklaps Jantje naar zich
toetrok en hem in het oor fluisterde zijne halsdas wat
meer in de hoogte te trekken.
Beneden gekomen was ikdoor een roffel gewaar
schuwd, verplicht de familie te verlaten. Men be
dankte mij duizendmaal voor de betoonde vriendelijk
heid en plechtig moest ik Mevrouw belooven haren
Jan, die »toch zoo'n beste, eenvoudige jongen" was,
in den moeilijken tijd, die voor hem aanbrak, de be
schermende hand boven het hoofd te houden.
Daarmede nam ik afscheid.
Nog dienzelfden avond had ik wederom het genoegen
Jan Hagel te zien bij »de voedering der wilde dieren."
Met angstig gelaat zat hij daar tusschen zijne collega's
in. Achter hem stond zijne moeder, die alles inspec-