J teerde en van alles proefde. Op het gelaat van den baar was duidelijk de vraag te lezen, of al dat brood op moest, en juist was hij weer bezig een stukje naar binnen te werkentoen eensklaps Smolldie naast me zat, met de blikken op Jan gevestigd, uitriep: »Zeg lui, wat zit daar een leuke pisang? De kerel schijnt het bepaald benauwd te hebben." «Daar kan een mensch mee sukkelen", voegde Sippe er medelijdend bij. «Zeg", zoo vroeg me de Kee, «is dat niet de baar, dien je van morgen hebt helpen aankleeden?" »Ja", antwoordde ik kort, ietwat geraakt over 's mans mop. «Een flinke vent, moet ik zeggen", zoo deed Spats zich op sarcastischen toon hooren. «Och, ja", antwoordde ik, om er een eind aan te maken, «ik ken zijne familie al van vroeger; ik moet hem dokken." Allen begonnen te lachen en Hedwig maakte de opmerking dat ik er «mas.... massief..., bijzwzwijnde." w. B. r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 260