45 Aarde. Boden van den Hemelkoning, Starrenheir en zilv'ren maan Aan dien hoogen Hemelkoning Dank ook ik mijn zoet bestaan. Sterrenaardemaan Ja, dien hoogen Hemelkoning Dank ook ik mijn zoet bestaan Mensch. Hooge God, in uw genade Ziet uw kind u smeekend aan Doe ook hem, den zwakken sterv'ling, Uwe Hemeltaal verstaan Nacht. Ziet de donk're nevels hangen Op het onbewogen meer, En de Godheid uit den Hemel Blikt in 'tkabblend water neer; En de menschenplantenstroomen Denken aan hun heerlijk lot, En zij neigen 't hoofd ter ruste En hun laatste woord is: God.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 263