QLcivi
an Zeelands schoone stranden
Mocht ik voor 't eerst u zien
0! kon ik, schoone Addy,
Ook daar mijn hart u biên.
De dagen in uw bijzijn
Vloon als een schaduw heen
Ach! weldra kwam het scheiden,
'k Was met mijn smart alleen.
Door Amor's pijl getroffen,
Gewond in 'tminnend hart,
Dool ik thans her- en derwaarts
En lijd onduldb're smart.
IJlt voort, gij trage stonden,
Tot aan den schoonen dag,
Dat ik aan hare voeten
Het ja vernemen mag.
Pelicaan.