üit M dagboet Tan JOH. DEN OUDE. j HOOFDSTUK I. De uitnoodiging. 'en 31 sten Juli 188* ontving ik van de familie Laanenbeeck eene uitnoodiging tot het bij wonen van een partijtje. Mevrouw de wed. Laanenbeeck had als jong meisje reeds met mijne moeder kennis gemaakt, en nadat de vriendinnen elkander in Indië hadden weergezienwas de vriendschapsband tusschen haar slechts hechter ge worden, toen ze, uit »het verre zuiden" teruggekeerd, beiden in dezelfde stad, het vorstelijk 's-Gravenhage woonden. Mevrouw Laanenbeeck kwam met hare beide kinderen zeer dikwijls bij ons, en omgekeerd brachten ook wij haar menig bezoek. Was 't wonder dusdat Mevrouw's zoon Frans, die slechts een halfjaar ouder dan ik was, mijn vriend werd, en dat ik in zijn twee jaar jonger zusje, Mien, een alleraardigst speelmakkertje vond

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 266