55 Mijn kopjen trilde en maakte een rinkelend geluid verschrikt belette ik met moeite de bevingen mijner hand. Mien zag even optoen ze dat geluid hoorde en oik kon mijne oogen niet van dat lieve gezichtjen afwenden, van die zachte, donkere oogen, dat fijne gebogen neusjen, dat kleine mondjen. Er was iets dweepends in Mien's oogopslag, iets onweerstaanbaar aantrekkelijks in haar glimlach, iets, dat tot die moeilijke bekentenis: »Ik heb u lief" dwong in haar geheele wezen. Schoon was het ovaal van heur gelaat en teeder het blank van haar teint en evenals het jeugdig knopjen met een fluweelen waas schijnt overtogen te zijnzoo lag ook op Mien's wangen een teeder blosjen, dat me een bekoorlijke ragfijne nevel toescheen en heur gelaat verfraaide, het eene madonna achtige reinheid schonk. Eindelijk zette ik mijn kopjen neder. Mien scheen er op te wachten, en met een stemmetjen zóó lief, zóó zacht, als ik nimmer meende gehoord te hebben, bood ze mij een tweede kopjen aan. Ik had den moed niet te weigeren. Plotseling werd ik door eene vraag, die Frans mij deed, uit mijne droomerijen opgeschrikt: »Zeg eens," klonk het, «hebt je mijn briefjen al ontvangen? Ik ben niet minder dan driemaal bij je geweest, maar ik vond je steeds uit" «Ja, Frans! je briefjen heb ik ontvangen," en mij tot Mevrouw wendende, vervolgde ik: «Mama heeft uwe vriendelijke invitatie ontvangenMevrouwen ik heb me gehaast u mondeling mede te deelen, dat mama zoowel als ik volgaarne uwe uitnoodiging aan nemen"

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 273