58 »Sst! We kennen elkaar veel te goed! Trouwens, als je tien en een halve maand op de Academie zijt geweest, moogt ge het er wel eens duchtig van nemen. Enfin! hoe het ook zijwe gaan er op uitik herhaal hetdat je toch meer hier zult verschijnen, want het staat bij me vast, dat wij veel samen zullen uitgaan." Er hielp niets aan, Frans wilde er op uit, en Mevrouw koos de wijsste partij door te zwijgen, nadat zij Mien nog even aan Frans' plagerijen had bloot gegeven door te zeggendat Mien spoedig op reis zou gaanen dat Jo haar dan niet kon zienal kwam Jo nóg zoo dikwijls." Dadelijk greep Frans zijne tegenpartij aan: «Wat verwaande dames!" riep hij uit, in kluchtige verwondering zijn bruinen dop op één oor zettende: »hebt je ooit van je leven! u doet, alsof Johan alléén voor Mien hier komtMis hoorhij kwam niet eens voor u hieralleen voor mij komt Johanen voor niemand anders." Dan kuste hij zijne verstoord mompelende moeder hartelijk en hield zóólang aan, tot ze erkende dat hij «géén vervelende, nare plaaggeest was, maar haar lieve zeun", slechts het laatste woord wilde mevrouw niet uitspreken, haar jongen was geen zeun, maar een zoon. Ik lachte in één adem door. Terwijl ik van Mevrouw afscheid nam, en zij mij uitnoodigde omwanneer ik lust hadte komen dineeren ik behoefde niets vooruit te laten weten; als ik kwam, zou er steeds een couvert voor mij gereed staan, had Frans zijn zusjen doen bekennen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 276