60 Schei uit, onmogelijke kerel"... «Gemakkelijk gezegd, schei uit," mompelde Frans, «maar kom! ik moet je een geheim vertellen, zoo mysterieus als een dwaallichtjen en zoo gevaarlijk als nitro-glycerine. «Verbeeld je, mandat ik aan mijne reize van Leiden naar den Haag een uitstapjen heb geknoopt naar Kleef en Akenen dat ik over Brussel en Antwerpen terug gekomen ben. Ik was in gezelschap van mijn acade- mievriend Van Ilaestelt. Deze teekent en schildert heel aardig, en in Brussel zijnde, wilde hij absoluut een schetsjen van het station maken. Terwijl hij teekendekuierde ik wat heen en weer. Op ééne mijner kuieringen kwam ik in de nabijheid van de huurrijtuigen. Juist toen ik naar die voertuigen keek, kwam er een oud heer, eene oude dame, eene jonge dame en twee zoontjes, met koffertjes, doozen, pakjes en een commissionnair beladenop het territoor der huur koetsiers. Nauwelijks zagen deze den ouden heer, of een vijftal hunner kwam op hem af, en «M'sieur, fiacre, msieur," klonk het. En of de oude heer al knikkebollend bedankte, wisten de snaken wel beter, dat hij een fiacre zocht, en alle vijf trokken hem bij de mouwen in vijf verschillende richtingen. De oude heer beweerde in slecht Fransch, dat hij géén fiacre ver langde de koetsiers gingen toch door met trekken en vragen de oude heer werd kwaad, de koetsiers hielden niet opDat werd den ouden heer te bont. Hij kon geen woorden in 't Fransch vinden, en daar vloekte hij me in zuiver Hollandsch de rekels zóó de huid vol, dat ik het uitschaterde. De oude heer ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 278