63 «Zeker," antwoordde Frans met schitterende oogen. «Je moet eens begrijpen, wat een gelukskind ik ben. Den dag, nadat ik met den Professor had kennis ge maakt, vroeg Lily mij aan tafel of ik soms ook familie was van eene zekere Mien Laanenbeeck. Toen ik zeide dat bet mijne zuster was, vertelde Lily mij, dat zij Mien uitstekend kende, en nog met haar correspon deerde. De meisjes waren op ééne kostschool geweest. Ik kreeg natuurlijk een heel pak complimenten en groeten aan Mien mede, die ik trouw overbracht, en nauwelijks hoorde Mien den naam van Lily Groeninks, of ze roept uit: «Hemel! daar had ik bijna Lily verge ten te inviteeren." Ik had natuurlijk niet' veel tegen die uitnoodiging in te brengenen zoo leef ik dus in 't vooruitzicht mijn engeltjen aanstaanden Vrijdag te kunnen weerzien, zelfs met haar te kunnen dansen." «En ik dacht dat Lily nog in Brussel was?" «Wel neen! ze is er ruim een week gebleven, de familie vertrok toen naar Antwerpenzou daar vier dagen blijven en dan naar Holland terugkeeren. Volgens de berekening zijn ze reeds vier dagen in 't land terug. Neen, neen! ik reken vast op een dans met Lily." «Sapresti," riep ik uit, «domoor die ik ben! Ik heb heelemaal vergeten Mien een dans te vragen zoo'n dubbele ezel! en aanstaanden Vrijdag heeft je zuster natuurlijk geen enkelen dans meer voor mij over?" «Waarschijnlijk niet, Johan!" lachte Frans, «want Mien danst goed, al zeg ik het zelf. Dezen winter nog was ze geïnviteerd op het assaut door de adelborsten gegevenen 't was vermakelijk om te zienhoe tal van galante ridders in officiers- en adelborst-uniform

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 281