67 «Natuurlijk toch alléén Fransche werken «Waarlijk niet! toch niet!" zei Van Paardenberg glimlachend, «juist zeer weinig Fransche reizigers hebben Indië bezocht." «0! dat wist ik niet!" sprak Frans staal. «Daarom zeide ik het!" zei Van Paardenberg even staal, «en 'tis geen compliment voor Insulinde, dat hèt volk bij uitnemendheid, het volk dat smaak heeft, kunst bemint, aesthetisch ontwikkeld is, Indië niet met zijne bezoeken heeft vereerd." «0 juist! ja wel!" zei Frans nadenkend, «daar open je me een geheel nieuwen gedachtengang eerst dacht ik dat het aan de Franschen lag, maar dat kan niet zijn, na je opmerking het ligt aan Indië!" «Zóó is mijne innige overtuiging de smaakvolle, elegante Franschmankon natuurlijk geen genoegen vinden in die paffige mannen, die afzichtelijke vrouwen". «En zonder vrouwen geen Franschen". «Met hare dikke, opgeworpene en uitpuilende lippen, die menschen met hunne uitstekende, aapachtige juk beenderen hunne breedeplatte neuzenhunne zwarte oogenHauw als die van een beerhun akelig somber haar, hunne tandengeheel vervuild door het misbruik van sirih, of hoe dat infernale woord moge klinken". «Ja, ja, door sirihpruimen," viel Frans in de rede. «Enfin! ge zult me wel eene beschrijving van hun walglijkonmenschelijk voorkomen willen kwijtschelden een uiterlijk zonder de minste charmes of attracties. Menschen noemt men wezens, die, nu ze het koken van Europeanen hebben afgezien, wat graankorrels in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 285