t 72 Zeker! zeker! zeer gaarne!" De jongelieden schudden elkander de hand. «Laat ons niet meer over Indië praten," sprak Van Paardenberg «ik noodig de heeren uit een flesch". «Pardon! dat is aan mij, Van Paardenberg; toon je een waar cadet, door mij de gelegenheid niet te ont nemen u het glas met 't alle twisten wisschende cham- pagnevocht aan te bieden" «Het zij zoo ik zal niet in je rechten treden, mon ami." «Dan heb ik nog een verzoek laat mij even over Indië praten." «Indie? dat twistpunt? is het wel raadzaam?" «Geen pikanterieën, Van Paardenberg," sprak Frans, geen kwajongensmoppen!" «Kom, Frans," bracht ik in 't midden «wordt jij nu niet kwalijknemend. Laat Indië in Godsnaam rusten. Ieder heeft zijne eigen opinie"... «Wat ik je van Indië zeggen wilde is ditWaag je nóóit meer aan een oordeel over dat land je zoudt aardig op je plaats: gezet kunnen worden. Ik zou het reeds hebben kunnen doenik heb dan ook niet min der dan driejaren lang O.-I. Land-en Volkenkunde, Moha- medaansch recht, en wat meer zegt, de literatuur der MaleiersJavanen en Soendaneezen bestudeerd en nog schort ik een zelfstandig oordeel op, tot ik eenige jaren in Indië zal doorgebracht en er met open oogen zal waargenomen hebben. Ik zeg je dat niet uit pikan terie, Van Paardenberg, daarvoor ken je mij te goed, hoop ik maar hebt gij zelf niet ons beiden, Den Ouwe en mij een lief complimentje gemaakt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 290