J 84 «Dag beste jongen," antwoordde mijne moeder, niet minder hartelijk, «ja, dat kan niet anders, als jij in Breda ben en ik hier moet blijven. Ik vind het heel aardig, dat je mij, oude vrouw, niet vergeet, Jan. Maar je ziet er perfect uit". «O! wij hebben het ook uitstekend in Breda! Maar verbeeld je, ik u vergeten! dat ware landverraad, Mevrouw! dan zou ik hier niet meer durven komen." «Dat ziet men meer in de wereld, Jan," lachte mama. «Och ja!" antwoordde Jan, «u weet wel hoe ik het meenmaar ik ben een ware geluksvogelMevrouw. Ik kom hier voor-eergisteren ik bentusschen twee haakjes, eergisteren bij u geweest, maar vond u noch Johan thuisdadelijk ontmoette ik een zekeren Frans Laanenbeeck, dien u ook kent, niet waar Mevrouw? En van morgen kreeg ik eene invitatie voor een partijtjen op 6 Augustus aanstaande van Fransmet een begelei dend briefjen van Mevrouw, die mijne goede moeder uitstekend gekend moet hebben wat méér zegt, ik ben een achterneef van Frans Laanenbeeck. Natuurlijk heb ik de uitnoodiging aangenomen. U komt immers ook Mevrouw?" «Ja, Jan! Johan en ik zijn eveneens genoodigd," «Dat Johan naar 't bal gaat, begrijp ik meer dan goed," lachte Jan, «zoo'n fameus danser als hij je hebt zeker je balboekjen reeds vol?" Ik meende dat de vloer onder mij wTegzonken mijn hart klopte hoorbaar. «Een, twee, drie in Godsnaam!" antwoordde ik verstrooid.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 302