f-
85
«Wat blief?" riep Jan uit.
«Och ja!" stotterde ik, «herstel... neem me niet
kwalijk. Ik was verstrooid ik meende dat ik pas
twee twee dansen had."
«Jawel, heerschap! die bleekheid en je verstrooid
heid laten zich combineeren en gezamenlijk onder de
gevolgen van verliefdheid brengen wah? om ereis
een Maleischen uitroep te bezigen."
Ik moet een pijnlijk of verward of dergelijk gezicht
getrokken hebbendat mama plotseling van onderwerp
veranderde en Jan feliciteerde met zijne benoeming
tot cadet-sergeant.
«Dank u wel, Mevrouw!" zeide deze, «ze zijn zuur
verdienddie strependat verzeker ik umaar ik
heb ze nu toch. Nu nog maar een goed nummer
bij het eindexamen, en dan begeer ik niets meer.
0Mevrouwik snak naar 't oogenblikwaarop ik de
uniform met de blauwe uitmonstering zal verdiend
hebben."
We blevendaar het reeds laat wasniet lang meer
thuis.
Een geruimen tijd liepen we zwijgend naast elkander
voort. Eindelijk begon Jan:
«Johan! ik kan het niet langer aanzien; je loopt
stil, bleek naast me. Ik weet niet wat er van te
denken. Vindt je het beroerd, dat ik je gehaald hebt,
zeg het dan rond uit en ik".
«Dat weet je wel beter, Jan! Als ik iets tegen jou
hadwist je het al lang. Ik weet niet wat me man
keert ik denk dat ik kou gevat heb."
«Is het wezenlijk niets anders?" vroeg Jan.