89
Van het ballet zag ik niet veel, lezer; ofschoon ik
aan de ballustrade zat, dwaalde mijn blik de zaal door;
hij zocht maar vond niet! En trokken in den
aanvang de tonen van bet orkest nu en dan mijne
aandacht, binnen een halfuur hoorde ik niets, en
staarde ik slechts oplettend rond. Het ballet ver
veelde mij; dat gedraai, dat gegrinnik van die vrouwen
met valsch haarvalsche sieradenvalsche gelaatskleur
valsche lachjes zelfs, en de hemel wTeet wat voor
valsche artikelen nog meer, was niet in staat mijne
belangstelling op te wekken.
Alles verveelde me vooral Van Paardenberg, die,
naast mij zittende, mij voortdurend aan mijne belofte
herinnerde.
Men zette mij een glas wijn voor zeide dat door
een adelborst een dronk was ingesteld op de nieuw
benoemde cadetten-sergeant, welke in talrijken getale
aanwezig waren. Ik dronk, terwijl ik even opstond,
het glas ledig, even wezenloos als ik naar het tooneel
gezien had; men vulde het glas weder, en ik leegde
het als eene machine. Men dronk ten slotte op de
redenen van mijne afgetrokkenheid ik stond op,
ontving alle blijken van instemming met de gesproken
woorden kalm, en beantwoordde de speech met zoo'n
staal gezicht en droge stem, dat ik weldra als clown"
werd aangemerkt. Mijn speech met een »ad fundum"
besluitendezette ik mij nederdoch Jan van Soltendaem
greep mijn arm en stelde mij eene wandeling voor
in de benedenzaal.
Ofschoon ik machinaal eene tamelijk groote hoeveel
heid wijn gebruikt had, scheen deze geen invloed