98
Juist ten 7J/2 uur was ik kant en klaar. Door
Jan's zorgen was er geen pluisjen, geen draadjen meer
op m'n buitenmodel; mijne schitterende fouragères
waren met odeur overgoten, dito dito mijn zakdoek,
of beter gezegd een van mama's zakdoekenwant ik
durfde niet met onze groote model-fanions voor den
dag komen.
Jan dacht aan alles: hij rekte mijne handschoenen
op, vulde mijn flacon, vroeg of ik een potloodjen bij
me had, inspecteerde de hoedanigheden van het alu-
minium-potloodjendat ik hem toondehij keek of
mijne fouragère-koorden gedraaid waren, monsterde
mijne schoenendraaide mij om en om en gaf mij
mijne pet in handen. Ten slotte stopte hij mij een
half dozijn cachou-pillen in den mond.
We stapten thans naar beneden en wachtten tot
mama binnenkwam.
Snel voerde het rijtuig ons naar het huis der
Laanenbeecks. Bij onze komst zagen we eenige rijtuigen
vóór het breede bordes staan, en Frans, in een statigen
rok met hooge boorden en een extra deftig gezicht
ontving de gastenterwijl een viertal bedienden de
portieren opende of doeken en hoeden aannam.
Vóór ons stapte een hoofdofficier met drie dames
binnen. Frans groette het gezelschap, dacht me,
beleefder dan de vorige gasten vooral de beide
jonge dames
Twee neven van Frans geleidden het gezelschap
binnen. Frans begroette onderwijl mama en in het voor
bijgaan fluisterde hij mij in het oor: «Het engeltjen,
dat vlak voor je arriveerde, is mijn Gretchen."