J
99
Andere gasten namen hem in beslag, en vóór ik
aan iets denken kon waren we reeds in eene kamer
gekomen. Mijne pet was verdwenen.
Als bedwelmd liep ik voort ik wist nauwelijks
wat er met mij gebeurde. Plotseling zag ik mama
aan den arm van een mij onbekenden heer eene
schitterend verlichte zaal binnengaan. Jan boegseerde
mij achter mama aan.
Eindelijk hielden wij halt. Mama stond reeds
naast Mevrouw Laanenbeeck, en de dames hadden tal
van gelegenheidswoorden gewisseld vóór ik de gast
vrouw bereikte, die mij met hartelijkheid de hand
toestak en zeide
«Daar is onze Johan óók! Braaf dansen, hoor! en
jij óók Jan."
«0 Mevrouw!" antwoordde Van Soltendaem met
eene buiging, «ik verzeker u, dat ik nooit betere plans
heb gehad, dan van avond."
Nieuw aangekomenen noodzaakten ons verder te
gaan. We kuierden een eind weegs door en stonden
toen bij eenige keurige waterplanten.
Nu eerst zag ikdat wij ons in eene groote zaal
bevonden, waaraan een tweede salon «en suite" grensde.
De geopende porte-brisée liet den blik vrij op een
aantal keurige tafeltjes.
Beide vertrekken waren met groen versierd. Achter
ons hingen keurige draperieën. Ik hoorde eenige
fluisterende stemmen achter deze draperieëndie alzoo
niet alleen tot wandvers:ering schenen te dienen.
Mevrouw stond rechts van ons, tegenover den ingang
der zaal. Tamelijk wel wezenloos staarde ik rond
ik was bevreesd om te zien, en toch zocht ik gretig.