108 eindelijk had zij me als eertijds vertrouwlijk »Jo" genoemd, in plaats van »Johan." Ik zag om mij heen. De meeste gasten waren naar buiten gegaan om in den grootenkeurig geïllumineerden tuin de warmte in de zaal te ontvluchten. Ik stelde Mien voor het voorbeeld der gasten te volgenen toen zij »ja knikte, haastte ik me haar een doek om de schouders te leggen. Een oogenblik liepen wij stilzwijgend naast elkander voort. Mien opende het gesprek. Zij vond het heerlijk, dat ik cadet-sergeant, geworden was, en informeerde naai de voorrechten aan de gouden strepen verbonden. Ik vertelde het haar als van zelf kwam het gesprek op mijne bestemming voor het Indisch Leger. Vol geestdrift sprak ik van de illusiën, die ik me van het officierschap voorstelde, en ik betuigde mijn innigen wensch ééns het heilig eereteeken voor «Moed, Beleid en Trouw op de borst te mogen dragen. Mien had me stil aangehoord plotseling vroeg zij »Maar waarom wilt ge toch naar Indië, waar zooveel gevaren je dreigen? Wat hebt ge aan eene medaille, indien gij er uw leven voor in de waagschaal moet stellen". Mienantwoordde ik, »dat ik naar Indië verlang te gaanzal u in een paar woorden duidelijk worden. Verbeeld u, dat ik officier der artillerie hier te lande ware, en wel een uitstekend ijverig en bekwaam mili- wat zou ik aan mijne goede eigenschappen hebbenindien ik hier bleef? Door parades mede te maken dien ik het land niet en daar ginder heeft ieder officier op zijne beurt de gelegenheid zijne

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 326