118 Na afloop van het vuurwerk gingen we beiden naar Mien. Ik vertelde, hoe ik voor Van Paardenberg's beden had moeten zwichten, en indien zij er niets op tegen had, zouden wij den naam op onze balboekjes kunnen veranderen. Mien trok een spijtig gezicht, en zag mij schijnbaar koel aan... zoodat ik bijna... maar plotseling scheen zij de zaak als eene aardigheid te beschouwen, en zonder de minste koelheid sprak ze: «Als gastvrouw had ik u eigenlijk niet meer dan één dans mogen geven, mijnheer Den Ouwe! nu biedt zich de gelegenheid aan mijne fout te herstellen, en van ganscher harte dank ik Mijnheer Van Paar- denberg voor den uitweg, dien hij mij geopend heeft." Van Paardenberg knoopte dadelijk een gesprek aan en zijn speechtalentwaarvan hij den lezer reeds een uitstekenden dunk zal gegeven hebbenmaakte hem den voornaamsten woordvoerder. Ik luisterde niet naar hem. Mien stond vóór mij en ik was geboeid door hare bekoorlijke, innemende manieren, hare melodieuze stem. Mien zag nauwelijks, dat ik haar stilzwijgend aanstaarde, of zij wendde zich met een pruilend mondjen en een medelijdend ge zicht] en tot mij «Maar nu heeft Mijnheer Den Ouwe den cotillon niet meer uwe philanthropic komt u duur te staan Mijnheer! 't Zal wel reeds te laat zijn om nu nog een dans te engageeren." «0! wat mijn uitstekenden vriend Den Ouwe betreft zoo heb ik reeds voor zijn cotillon gezorgd," sprak Van Paardenberg buigend, «mijn nichtje zou dien dans voor mij openhoudenik zal mij wel met een «bon

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 336