t
m
Slechts ééns was ik in de gelegenheid met Mien te
dansen, en toen ik haar vroeg, of ik «óns geheim"
aan Frans mocht mededeelen, liet zij mij daaromtrent
de volle vrijheiddaar zij overtuigd beweerde te
zijndat ik wel zou wetenaan wien ik het geheim
al dan niet mocht vertellen! «Tussehen twee haakjes,"
voegde zij er bij, «Van Paardenberg is al erg bekoeld."
Waarin wij zoo indiscreet zijn, brieven mede
te lezen, en geheimen af te luisteren.
Den volgenden middag kwam Frans mij afhalen.
Onmiddellijk begaven we ons naar de Bordelaise
en, nadat wij elk een glaasjen cherrybrandy vóór ons
hadden, sprak Frans op vroolijken toon:
«Jongen, jongen! ik ben zoo'n geluksvogel ik
zal je een geheim vertellen zóó mysterieus".
«Dat treft," riep ik uit, «ik heb er ook een."
«0 jéhet mijne kanwat zijne gewichtigheid betreft,
onmogelijk vergeleken worden," antwoordde Frans.
«Zóó? dat denk je dan toch maar."
«Neen! dat denk ik niet och! je geheim kan niet
zoo gewichtig zijn als het mijne je gingt dan gebukt
onder het gewicht, dat je te torsen hadt".
«Dankje wel, pedant! En jij zelf?"
«Ik ben evenmin sterk genoeg," lachte Frans, «en
daarom maak ik je tors-genoot van mijn geheim. Maar
HOOFDSTUK IV.