t
J
123
anders gebruiken dan één teugje cherrybrandy en
men zag het hem aan, dat geen aanstellerij in het
spel was. Van tijd tot tijd mengde hij zich in ons
discours, doch meestal sprak hij dan een vloek
of een krachtig stopwoord uit.
Er kwamen aan het begin der Passage weer unifor
men met (om een modelnaam te gebruiken) «roode"
uitmonstering. Van Soltendaem zag het eerst wie zij
waren. Nauwelijks vernam Van Paardenberg hunne
namenof het klonk
Laat ons alsjeblieft gauw opstappenDie vervelende
kerels! Een loopjen kan geen kwaad."
«Daar heb je gelijk aan," antwoordde Jan, «tis
zoo'n heerlijk zomersch weer en ik voel mij zóó
prettig gestemddat ik gaarne mijne stem aan je
voorstel geef. We zullen wat gang maken; de anderen
zijn al vlak bij ons."
In een minimum van tijd waren de zwaarden om
gegord en de handschoenen in de hand. Met Frans
voorop renden we in den looppas de trappen af
en ofschoon buiten onzen pas matigende, hadden we
reeds een veertigtal schreden gedaan vóór de nieuw-
gekomenen ons zagenen ons wenkten mede te gaan.
We beweerden echter allen visites te moeten maken
en snelden verder.
Frans liep met Jan voorop, en aan beider gegrinnik
merkte men duidelijk dat zij «moppen" debiteerden.
Van Paardenberg liep zwijgend naast mij voort.
Eindelijk vroeg ik hemniet uit lage plaagzuchtmaar
om poolshoogte te nemen
«Hebt ge u geamuseerd, gister-avond?"