t
J
m
es-
»Jaaaen neen," sprak Van Paardenberg.
«Hoe dat zoo?" vroeg ik met kloppend hart.
»0ch"
»Na de pauze amuseerdet jij je toch zeker uitste
kend?"
Maar na de pauze ook moest ik de grootste teleur
stelling ondervinden maar komik vertel je liever
alles van a tot z."
»Je begrijpt, dat ik in mijn schik was, toen jij
me den cotillon afstondt, niet waar?" Er was in
Van Paardenberg's stem geen zweem van affectatie, en
'tleek me toe, dat iemand anders sprak.
»Ik was ook gelukkig, dat ik met (mag ik haar zoo
noemen?) met Mien zou dansen. Daarvoor alleen was
ik gekomendaarvoor had ik alles willen doen of
laten. Ik zou met haar, met mijn ideaal dansen!
Ik had haar lief, en dacht niet na, of zij ook eenige
neiging voor mij zou gevoelen. 0, God! welk eene
teleurstelling voor mijtoen ik weldra bemerkte
dat ze mijn gesprek niet interessant maar amusant,
paskwillerig zelfs vond; mijn persoom niet aange
naam maar belachelijk gek vond. Toen ik éénmaal
kwade vermoedens had, merkte ik het een na het
ander op, en ik ontdekte in mij fouten, die ik eertijds
uit aardigheid had aangewend.
Ik begreep hoe belachelijk ik in de oogen van een
meisje zoo eenvoudig, en toch natuurlijk bevallig als
Mien is, moest zijn. Mien lachte om alles, wat ik
deed of zeide wanneer ik eenige woorden sprak,
lachte zij om den toon.
»Ze had nauwelijks mijn lorgnon gezienof zij vroeg,