425 of ik geen last van dat ding hadwanneer ik te paard zat; en toen ik antwoordde, dat ik mijn lorgnon nooit op de Academie droegzeide zij »Ach! 't is dus een sieraad." 0, die toon, waarop zij dit laatste zeideIn mijne verbeelding zag ik reeds het lorgnon in een mombakkes met apentrek- ken veranderen! »Ik bemerkte dus, dat ik mij leelijk vergaloppeerd had en thans begrijp ik nog niet, hoe ik, die Mien onbekend was, die als een pedante kwast onder haar oog gekomen wasin bedekte termen van liefde tot haar heb durven spreken. Zij begreep heel goedwelke gevoelens mij bezielden en ik ben haar innig dankbaar voor de wijzewaarop zij mijne betuigingen terugwees zij scheen ze niet te begrijpenen alles, ook de best gevondene declaratiën, voor een gevolg van mijne paskwilligheid te houden 0ik dank haardat zij mij nog bijtijds de oogen opende." Plotseling zweeg Van Paardenberg ik zag, hoe hij zenuwachtig op zijne lippen beet. »'tZal wel overgaan," sprak ik, nauwelijks mijne woorden overwegende. Van Paardenberg zag mij met een zonderlingen blik aan. «Den Ouwe," zeide hij koel, «je schijnt geene hooge opinie van mijne gevoelens te hebben!... maar je kunt gelijk hebben!" vervolgde hij spijtig, terwijl zijne stem wanhoop uitdrukte, D'tmoet overgaan voor de wereld, die er niets mede te maken heeft, ten minste. Ik zal alles terugdringenverstikken in mijn eigen hart geen woord zal over mijne lippen komendat nog op mijne teleurgestelde liefde doelen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1887 | | pagina 343